Het is nu precies een jaar sinds we een paradijsje aan de Vecht in beheer kregen, onder de rook van Slot Zuylen. Ik heb het afgelopen jaar veel foto’s gemaakt, genoeg voor een jaaroverzicht per maand. Zo weinig mogelijk close ups van oogst of van avonden met vuur en vrienden (want de tuin werd mijn favoriete afspreekplek), zoveel mogelijk overzichtsfoto’s. Zodat je het ziet: een zwarte lap die in april en mei maar niet echt wat wil worden. Kleine groene plantjes met veel zand ertussen. Wat in de lucht schiet is vooral heermoes en paardenbloem. Maar dan, ergens in juni, gebeurt het. Het wachten eindigt en het kijken begint. Eerst de lilakleurige phacelia, die de tuin in een zoemende zee verandert. Vanaf juli ook andere bloemen en vanaf augustus is de tuin een oerwoud van groenten en bloemen, waartussen je zelf steeds kleiner wordt. En dan het langzame verval, heel langzaam, tot diep in december. In november bloeien zonnehoed en goudsbloem door, als kleine herfstlichtjes onder een grijze hemel en wintergewassen als knoflook en rammenas komen goed op gang.
Afgelopen nacht was het wormmaan, zoals de volle maan in maart ook wel wordt genoemd, naar de tijd dat de zon de regenwormen naar boven lokt. Ze waren er volop vandaag, de pieren, en ik moest moeite doen ze bij het spitten niet in tweeën te hakken. Uien, bieten, bloemen en dille heb ik gezaaid. Op een zwarte lap waarop het de komende maanden weer een race wordt tussen de ontkiemde groenteplantjes en minder gewenste planten. Ik zal proberen de strijd in het voordeel van de groenteplantjes te beslechten, maar heel veel wieden ga ik niet. Als ik het eerste jaar íets geleerd heb, is het: veel zaaien en veel geduld hebben, voor de rest een beetje aanmoedigen. Niet meer dan 20% ‘terugduwen’. En typisch Nederlandse gewoontes proberen af te leren, zoals constant snoeien, opruimen en rare dingen met de grond doen. Die rivierklei is vruchtbaar zat van zichzelf. Maar toch was het vandaag even slikken toen ik in de tuin kwam. Ik begin écht weer van voor af aan. Elke meter met een klein schepje loswoelen. Er zijn vast efficiëntere methodes, maar het voordeel is dat je zo alle regenwormen persoonlijk kan begroeten. Je moet er toch opnieuw weer een beetje een relatie mee opbouwen, met die grond. Dit jaaroverzicht geeft me vertrouwen: de tijd van overvloed komt terug. Heus.
Maart
De grond was keurig voor ons gefreesd toen we de tuin kregen, maar omdat het zaaigoed in de vensterbank zo langzaam ging, hebben we te lang gewacht en was het eind april weer dicht gegroeid.
Begin mei
Hulp van twee lieve moestuinpro’s (Dirk en Heike): rekken voor de bonen en pootaardappels in de grond. Ook hebben we de tuin (met loeizware tuintegels die mijn zus nog over had) verdeeld in twee delen: Alexis links van de tegels, ik rechts. Kunnen we zonder overleg onze eigen landbouwfilosofietjes praktiseren. Werkt uitstekend.
Eind mei
Het begint langzaam wat te worden, maar nog lang niet overal. Op de voorgrond meiraap, op de achtergrond de appelboom in de bloesem. De thuis gekweekte kolenplantjes gaan in de tunnel, maar een deel plant ik erbuiten om het verschil te onderzoeken.
Juni
De oost-indische kers en de phacelia beginnen te bloeien. De bonenplanten klimmen.Nog een tweede foto van juni: mediteren in een wolk van phacelia tussen de zoemende bijtjes.
Juli
De phacelia is grotendeels uitgebloeid, maar andere bloemen schieten de lucht in.De kolenplanten beginnen de tunnel goed op te vullen. Die erbuiten gaan langzamer. Waarschijnlijk houdt het worteldoek meer warmte vast. Het groene net heeft niet zoveel invloed. Beestjes nemen af en toe een hapje buitenblad en dat vind ik prima.Hangmat tussen appelboom en walnotenboom gespannen. Precies tien minuten in gelegen.
Eind augustus
Augustus was toch wel de mooist maand. Er viel veel te oogsten, van bonen tot aardappels en van komkommers tot koolrabi. En de roze cosmea groeide tot de hemel. Memorabel was het guerilla kampeerfeestje in de boomgaard. In slaap vallen in een hangmat (de rest in tenten op het gras) terwijl de bosuilen roepen en je nagloeit van vuur en whisky.Oké sorry toch een oogstfoto dan: spitskool! Een mooi moment om dank uit te spreken, want zonder ‘a little help from my friends’ had het moestuinjaar er anders uitgezien. Bij overplanten van vensterbank naar volle grond ging er in die koude april- en meimaand veel verloren. Regelmatig kwamen vrienden en kennissen met leuke stekjes aanzetten, zoals courgette en komkommer. Spitskool en rodekool kreeg ik van een b&b-eigenaar.
Eind september
In september is de tuin nog steeds mooi, maar lonkt een en ander al naar de grond. Neefje en nichtje helpen met het uitgraven van de wortels die zich hebben vastgezogen in de klei. Kleigrond en wortels blijken geen goede combinatie.We ontdekken zo’n 40 kilo druiven langs de schutting, aan het zicht onttrokken door blad. Sap en jam gemaakt. Wat een gedoe, wat een bende. Alles door een vergiet gedrukt. De jam was wel de moeite waard.
November
We kijken naar het roestkleurige verval onder dat vreemde novemberlicht. De knoflook en de winterrammenas groeien goed (zwarte radijs). We eten er nu nog van.
December
Bijna alles is nu dood, maar we ruimen zo min mogelijk op om de grond een beetje bedekt te houden.
Januari
We doen gewoon alsof het zomer is en vieren het nieuwe jaar met bladerdeeg op een stokkie, yuleblokken verbranden (en in Gina’s geval ook kerstkaarten) en een duik in de Vecht.
Maart 2022
Ennn alles begint weer opnieuw! Hier en daar fleuren narcissen de boel wat op. Het was vandaag zo warm dat ik in een t-shirtje zat te werken. Vorig jaar was de lente koud, dit jaar begint hij al warm. 2022 zou weleens een heel ander moestuinjaar kunnen worden. Ik ben benieuwd. In de vensterbank staan cosmea en koolrabi al te trappelen. Dit jaar ga ik ook wat meerjarige planten proberen, zoals kardoen (een hoge distelachtige plant die lijkt op artisjok). En ik ben bezig met de aanleg van een kruidentuin.
Pingback: De lente is hard werken, dit jaar (vangst #59) – Aanlegplaats