Moestuin jaaroverzicht 2022

Het is half januari en zo’n twee maanden terug waren we hier voor het laatst. De bomenrij in de verte voorbij het weiland is een ribbenkast waarachter Slot Zuylen net te zien is. In de zomer wordt het Slot aan het zicht onttrokken door bloeiende bomen, het riet langs de sloot en de braamstruiken tegen het hek.

Toen we hier in november waren, stopten we het schuurtje vol met balen stro. We haalden ze op bij een boer aan de Lek om te ‘mulchen’, maar er bloeide nog te veel. Te vroeg om alles te bedekken onder een zacht knaagdierenbedje. Nu trappelen we als kieviten en leggen stenen en planken om te voorkomen dat de wind het weghaalt. De vorst van december heeft ook het laatste eenjarige spul gebroken. En de regen van de afgelopen weken heeft de grond tot malse wangen gekneed. Bleef het maar zo. In april, wanneer ik wil zaaien en planten, is de grond vast weer zo hard als steen.

Voor we stro legden trokken we graspollen uit, in een poging onze achterstand wat te verkleinen, nu het nog geen lente is. Kweek uittrekken, noemde Alexis het. Vanaf de tuinbank, waar ik in de regen zelfgemaakte cacao uit een thermosfles dronk, zag ik hem wild heen en weer lopen. Af en toe steeg er een krachtkreet op. Toen ik zelf wat pollen uitstak, bleek ik verstoorder van complete wormenhotels. Slaperig kwamen ze uit de hompen klei gekropen. Een diepe rust werd hier verstoord.

Na het uittrekken van plukken gras werd gelijk mijn paadje van cacaodoppen weer zichtbaar. Op de zak stond dat het onkruid tegenhoudt, maar het leek er eerder door aangemoedigd. Gras en ander groen ging er dwars doorheen en een deel verwaaide, dus koppig heb ik een paar keer opnieuw gestrooid. Tot zich iets begon af te tekenen, een blijvende vorm, een paadje. Nu is het deel van de tuin dat ik een beetje laat verwilderen geen verwaarloosd stuk tuin meer, maar een verwaarloosd stuk tuin met een paadje van cacaodoppen erdoorheen. Dat is iets heel anders.

Het aanleggen van paadjes zit diep. Bij mij, bij mijn soort. Al kunnen niet-menselijke dieren er ook wat van. Toen ik in het eerste coronajaar een diersporenopleiding deed, begon ik in elke rimpeling, elke geknakte grasspriet, een dierenpaadje te herkennen. Opeens krijg je er oog voor. Mijn paadje is wellicht 30% beschavingsdrang, 70% voor de mooi. Want ik legde een bloemen- en kruidentuin aan. Een tuin om te drinken. Een verzamelaar van munt, werd ik. Bij weggeeftuinen en in het wild vond ik stekjes van appelmunt, ananasmunt, aardbeimunt, chocolademunt, Marokkaanse munt en… gewone munt? Het is de vraag wat er de winter overleeft.

Mijn tweede moestuinjaar was minder productief dan het eerste, ondanks de zinderend warme lente. Maar mooi was de tuin zeker. Alles verliep totaal anders en toch ook hetzelfde. Er mislukte een hoop, er lukte een hoop. Nu ik de kale tuin zo overzie, voel ik grote bewondering voor de rozemarijn. Wat begon als piepklein stekje, is nu een woeste struik, een wezen. De seizoenen interesseren haar niets. Ik zou wel meer vaste planten willen. Ieder jaar overnieuw beginnen is vrij gestoord. Maar het is ook deel van de magie, de lol.

Een precies jaaroverzicht per maand (zoals vorig jaar, zie hier) kan ik niet maken. Daarvoor heb ik te weinig foto’s die het verschuiven van de seizoenen laten zien. In juni waren we zelfs een maand verdwenen, naar Tanzania. Enkele hoogtepunten uit dit tuinjaar: de ruime oogst van prei en knoflook, de grote diversiteit aan bonen, de weelde aan bloemen en kruiden, de grote druiven- en appeloogst in de herfst, de vuurtjes en zwemmetjes met vrienden en een magiese augustusdag in de schaduw van de appelboom, met dank aan goed gezelschap en wat truffels. Het liet me met andere ogen naar de tuin kijken, daarover in een volgend tuindagboek.

Mei: het plantenhotel in vensterbank en achtertuin verdwijnt langzaam richting moestuin, maar mijn ervaring met rechtstreeks zaaien is veel beter dan met voorzaaien en overplanten.
Mei: jarig in de moestuin met rabarbertaart van Sophie.
Juli: de bonenplanten groeien en groeien, met Oost-Indische kers ertussen en op de voorgrond gele tomaatjes.
Juli: ik heb er niet veel foto’s van, maar er waren volop bloemen (dahlia’s, cosmea, korenbloem, zonnebloem, stokroos etc), die vaak tot diep in de herfst bloeiden.
Augustus: de kievitsbonen (borlottibonen) waren een succes.
Augustus: magiese zomerdag onder de appelboom bij 33 graden.
September: de hemelsleutel woekert dieproze door het deel dat ik gedoopt heb tot bloem- en kruidentuin, met een paadje van cacaodoppen erdoorheen.
Oktober: de keuken wordt overgenomen door appels. Sap van gemaakt met nieuwe sappan. Dit jaar ook veel walnoten en druiven, hoewel niet zoveel als vorig jaar.
November: prei hoort erbei. Ga ik volgend jaar zeker weer planten.
November: wit sierpompoenetje.
November: paksoi (links) en nog volop bloemen (rechts).
Januari 2023: groot deel van de tuin bedekt met stro, ben benieuwd. Rechtsvoor een trotse rozemarijnstruik die niet onder de indruk is van de winter.
Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s